De laatste grote stad ……..

Na een rustige nacht maar rommelige ochtend gaat het vandaag richting León een van de laatste grotere steden van de Camino. Het wordt een alledaagse tocht ,eentje waarbij er meer gedaald dan geklommen wordt. De eerste kilometers worden nog in een fleece trui gelopen maar al gauw gaat deze uit en wordt er uiteindelijk alleen in T-shirts gewandeld. Het zonnetje doet jegoed en de vooruitzichten voor de komende dagen zijn goed te noemen. Aan het eind van de ochtend bereik ik de stadsgrens van León, door een industrie wijk, via een moderne blauwe brug en een tunnel bereik je de buitenwijken. Intussen heeft het zonnetje zich weer eens verstopt achter de wolken waardoor de fleece weer aangetrokken wordt en helaas duurt het nog enige kilometers voordat het oude gedeelte in het centrum wordt bereikt. Omstreeks half een staan Tomas, een van de Duitse wandelvrienden een Kölner en levensgenieter, die ik ondertussen weer tegen ben gekomen aan de rand van het oude centrum. Nadat we een goede kop koffie hebben genoten nemen we afscheid van elkaar, hij blijft twee dagen hier om oude kennissen op te zoeken die hij bij een eerder camino heeft leren kennen. Ik loop verder naar het centrum richting de Kathedraal als opeens mijn naam weerklinkt aan de rechterzijde en wordt ik innig omhelst door Christine, de Zuid-Afrikaanse, ook zij is blij en verrast mij weer te zien. Na San Juan de Ortega (even voor Burgos) hadden we elkaar uit het oog verloren. Zij blijft in León om even uit te rusten en gaat daarna weer verder, ik vertel haar dat ik mij niet op mijn gemak voel in deze stad en liever de herberg in het volgende dorp opzoek. Terwijl ik voor de Kathedraal foto’s sta te nemen wordt weer mijn naam geroepen maar nu in het Duits, rondkijkend zie ik Hans de Zwitser, hij komt met een somber gezicht naar mij toe. Dochter Tanja waarmee hij al dagen op pad is heeft een knieblessure opgelopen, ze gaan vandaag nog naar het ziekenhuis voor onderzoek en vermoedelijk dinsdag (het is vandaag zondag zegt de kalender) naar huis. Wanneer de doktoren zeggen dat doorlopen niet meer verantwoord is dan gaan zij terug naar Zwitserland, naar huis in Zürich. Hij oogt verslagen wenst mij een goed vervolg en vraagt mij, de andere bekenden te vertellen dat het voor hen is afgelopen, we nemen op een camino eigen manier afscheid en huilen.

Ik vervolg mijn weg en probeer nog even om in de Kathedraal wat foto’s te maken. León is een grote en uitgebreide stad met een fraaie groen voorziening, pleinen en veel parken wat een fraai gezicht is met het teruggekeerde zonnetje. Ik probeer zo snel mogelijk deze stad te verlaten, ik ben gewend geraakt aan de rust en het groen, de stad maakt me onrustig. Nadat ik via lange avenida’s uiteindelijk de stad achter me laat moet ik nog door een klein industriepark om in de richting van Virgen del Camino te geraken. Na een paar uur bereik ik dit voorstadje, bijna aan het einde ervan vindt ik de herberg. Even naast de route maar ook naast een kazerne van de Guardia Civil, beter beschermt kan je niet zijn.

Hier tref ik weer de “Toonen“, Ruth en enkele anderen bekende pelgrims en in het bijzonder Miep. Haar had ik voor het laatst gezien in Burgos toe zij samen met Mirjam in de gemeentelijk herberg aankwam. Zij zou verder lopen want Mirjam moest toen huiswaarts. Dit was een leuk weerzien, Miep 79 jaar oud, loopt nu voor de tweede keer de Camino en geeft zo haar eigen leven een doel. We praten wat bij en zij gaat samen met de “Toonen” een hapje eten. Ik hou het vandaag voor gezien en eet vanavond “thuis”, uit de rugzak, hier was nog een en ander wat nodig opgegeten moest worden. Daarna vroeg naar bed want de weersvooruitzichten waren dat het morgen iets warmer zou worden en met een van de laatste stukken van de meseta in het vooruitzicht leek het me beter fris en vrolijk te zijn voor morgen want de te lange afstand die ik had gelopen na Sahágun was nog niet uit de benen.

Nadat ik was opgestaan bleek het dat de vermoeidheid nog steeds in de benen zat, wat voor mij inhield dat ik mijn wens om Hospital de Orbigo te bereiken moest laten varen. In de eetzaal trof ik een mopperende Ruth die in de problemen zat, ze had een week eerder een blessure opgelopen en had er geen aandacht aan besteed en was met wat pijnstillers doorgelopen. De dokter, die ze noodgedwongen gisteren had bezocht, had haar verteld dat ze zo niet verder kon lopen en minstens drie dagen rust moest houden. Ook van haar nam ik afscheid. De ochtend begon met enige frisheid maar met een zonovergoten landschap, je merkte dat je nog in een dicht bewoond gebied was maar na enkele kilometers was er weer volop ruimte om je heen en van de stadse drukte niets meer te merken. Onderweg kwam ik Miep weer tegen die al vroeg op pad was gegaan en hebben we samen een flinke kop koffie gedronken met een stevige bocadilla con jamonin het plaatsje Chozas de Abajo, hierna ging elk van ons weer op pad.

Omstreeks 12.00 uur bereikte ik de buitenrand van Villar de Mazarife en zag aan mijn rechterzijde een uitnodigende herberg (privé) waar ik stopte voor deze dag, het bleek geen verkeerde keus te zijn. Nadat ik me had ingeschreven, gedoucht en de was had gedaan was het tijd om boodschappen te doen. Ook Miep had in de tussen liggende tijd deze herberg gevonden en had ook besloten hier rust te houden. In de dorpswinkel/postkantoor kwam ik weer enige oude bekenden tegen zoals Catharina de Oostenrijkse, ze was er samen met een landgenote, die me haast plat knuffelde zij hadden een plekje gevonden in de herberg Refugio de Jezus. Nadat ik me even op het bankje had gezet komt er een Canadees met zijn zoon aangewandeld, stevig mopperend. Hij ontdoet zich van zijn schoenen en ik schrik, beide voeten (sokken) zijn met bloed doordrenkt. Zijn zoon wist hiervan maar zijn vader wilde doorlopen. Hij vraagt ons om advies, ik geef hem het advies de plaatselijke dokter te bezoeken en niet verder te lopen als hij Santiago lopend wil bereiken. Enige rust en goede verzorging is hier wel op zijn plaats, de zoon is ons dankbaar voor de gegeven adviezen door ons maar Pa mokt. Catharina nodigt me uit om samen gezellig een biertje te drinken, dit wordt dan gedaan op de binnenplaats van de herberg Tio Pepe. Omdat de enige bar in het dorp nog niet open was gingen we als vele pelgrims naar de bar in Tio Pepe de tweede privé herberg van het dorp. Waar ik wederom door diverse mensen wordt herkend en aller hartelijkst wordt begroet, in het bijzonder het Australische echtpaar wat ik voor het laatst had gezien in Hontanas en het Duitse echtpaar Jürgen en Marian. Zij hielden het vandaag ook voor gezien, de zon, temperatuur en het stof waren genoeg geweest en ook zij hadden hier een plekje gevonden om te overnachten.

Later op de dag hoor ik dat de Canadees door de plaatselijke arts is behandeld en is doorverwezen naar een hospitaal in Astorga voor verdere hulp. In de loop van de middag wordt het allengs drukker in de herberg en wordt er gezellig heen en weer gepraat met de aanwezige pelgrims. ’s Avonds hebben we een gezamenlijk pelgrims menu, het werd een hele gezellige tafel met een diversiteit aan nationaliteiten. We krijgen als voorgerecht eerst een vegetarische soep met heel veel groenten, Miep is in haar sas zij is vegetariër het gaat er bij haar in als koek, hierna een vegetarische Paella (dus zonder kip en garnalen). De herbergvader, zelf een oud pelgrim, zegt dat er goed gegeten moet worden en als je iets extra’s wilt je gewoon zelf moet opscheppen (de 2e keer) en dat is niet tegen dovemansoren gezegd. Als toetje kreeg een ieder een crêpe, met een verse aardbei en slagroom gegarneerd met een chocolade saus. Waar krijg je zoiets voor de prijs van Eur. 9,00. Aan tafel werd rijkelijk gepraat en gedronken, daar mijn Duitse taalvaardigheid bij velen werd begrepen als dat ik zelf een Duitser was, waren de contacten groot. Maar aan alle gezelligheid komt een einde dus op tijd de slaapzak in, het is de bedoeling morgen in Astorga een herberg te vinden als de afstand te halen is want het klimmen en dalen gaat weer beginnen.

Om half vijf begint het dagelijks gerommel deze morgen, de eersten gaan alweer op pad. Zelf heb ik een kleine regelmaat ingebouwd de laatste weken, half zeven de wekker en om uiterlijk acht uur op pad. Ook vandaag gaat het het ook weer zo, nadat we vandaag een rijkelijk en goed voorzien ontbijt hebben gehad. Het laatste stukje van de hoogvlakte, meseta, wordt ook wel de páramo genoemd omdat er veel veeteelt is in dit gebied. Even buiten Villar de Mazarife staat een grote nieuwe sporthal met daarop een tekst die teruggaat naar 2010 het Heilige Jaar toen deze hal werd geopend door de Paus, het laatste grote gebouw voorlopig en dan begint een lange strakke weg van ruim 6 km. In het dorpje Villavante is net een nieuwe herberg met een bar geopend, deze wordt druk bezocht door passerende pelgrims. Ik neem hier ook een stevige kop koffie samen met Miep, die ik ondertussen ook  weer had ingelopen.

Omdat ik verder wil wandelen om Astorgo te bereiken vandaag, neem ik afscheid van Miep, het wordt een lange stille tocht in de richting van Puente Y Hospital de Órbigo. Deels door het bos en het laatste deeltje door een kleine industrie zone. Nadat de carretera was overgestoken sta je na enige honderden meters de bij de rivier met zijn indrukwekkende brug met aan de andere zijde Hospital de Orbigo. Aan het einde van dit plaatsje heb ik twee mogelijkheden, rechtdoor of rechtsaf om via Villares de Órbigo en Santibáñez de Valdeiglesias naar Astorga te gaan. Ik kies voor het laatste een mooie landelijke route en niet de kortere alternatieve route die grotendeels langs de carretera loopt. Ondertussen begint het enigszins bewolkt te worden, een voorbode van slechter weer? De hoogteverschillen, die nu langzaam aan weer moeten worden overbrugt en de klimmetjes zorgen ervoor dat ik enigszins uitgeblust in Santibáñez de Valdeiglesias aankom. Een zeer klein dorpje met een gemeentelijke herberg, die wordt gerund door vrijwilligers van een divers pluimage samen met de plaatselijke geestelijke. Daar ik de kracht niet meer heb om verder te gaan besluit ik hier te blijven en gewoon morgen richting Astorga te gaan. Nadat ik me heb opgefrist, wc en douche buiten, sta ik weer oog in oog met het Brabantse echtpaar Jack en Mariet, ook zij hadden besloten te blijven in dit zeer eenvoudige onderkomen. ’s Avond maak ik kennis met Jørgen een 79 jarige Deen die alleen de route loopt en ook vermoeid door het vele klim en daal werk hier zijn plekje vond en nu eenzaam in een hoekje in de tuin zit. We raken in gesprek en spreken af dat we morgen samen naar Astorga lopen, hij is blij. Eindelijk iemand waarmee ik kan praten is een van zijn antwoorden, “de laatste veertien dagen heb ik eigenlijk met niemand gesproken”, iedereen is zo op zich zelf zegt hij. Maar nu ga ik eerst slapen morgen zien we wel weer verder.

 

1 gedachte op “De laatste grote stad ……..

  1. Prachtig verhaal, ik ben er stil van. Dat zo’n Deen blij is met jouw belofte samen te gaan lopen, geweldig. Lang ben ik niet stil hoor. Complimenten dat je al die plaatsjes nog zo goed op een rijtje hebt!!!! Dat valt me als topografische nul extra op.
    Greetz @nnelies

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.